Bij het leren van een nieuwe taal is een van de eerste dingen die je onder de knie moet krijgen de grammaticale opbouw. En Spaans is niet anders: om een Spaanse spreker te worden moet je beginnen met de grammatica!
De Spaanse woordenschat telt zo'n 25.000 woorden, maar laat dat je niet afschrikken. Volgens het Pareto-principe betekent het leren van slechts 7% van de Spaanse woordenschat dat je in staat zult zijn om ongeveer 90% van het gesproken Spaans te begrijpen.

Tips om je te helpen bij het vormen van een zin in het Spaans
Om je te kunnen helpen bij het vormen van een Spaanse zin, hebben we een aantal tips voor je voorzien. Lees snel verder en gebruik deze manieren om je eigen Spaanse taalvaardigheden te verbeteren. Om Spaans te leren spreken is het van essentieel belang de grammatica en zinsbouw te begrijpen.
De woordvolgorde van een Spaanse zin
In de syntactische typologie zeggen we dat Spaans een "OWV" taal is, waarin zinnen een "onderwerp-werkwoord-voorwerp" volgorde hebben. Bijvoorbeeld, je zou kunnen schrijven: "Pedro trabaja en la biblioteca", "Peter werkt in de bibliotheek".
Deze volgorde komt voor in de meeste zinnen met voorzetsels, bijvoorbeeld:
- Holà! Cuanto cuesta viajar en America Latina?: Hallo! Hoeveel kost het om in Zuid-Amerika te reizen?
- Maria toca la guitarra muy bien: Marie speelt heel goed gitaar,
- A qué hora podemos comer acquí? Hoe laat kunnen we hier eten?
Nu je de algemene woordvolgorde kent, is het tijd om te leren waar je bijvoeglijke naamwoorden moet plaatsen. Bijvoeglijke naamwoorden - bezittelijke, kwalificerende, aanwijzende - komen overeen met het geslacht van het zelfstandig naamwoord en of het enkelvoud of meervoud is, bijv:
- Een mooie vrouw : una mujer guapa,
- Een knappe man : un hombre guapo,
- Twee mooie appels : dos manzanas guapas.

Vergelijkingen in het Spaans
In het Spaans wordt de vergelijkende superioriteit of inferioriteit uitgedrukt door "minder" of "meer" toe te voegen vóór het bijvoeglijk naamwoord:
- más fuerte (sterker),
- más rápido (sneller),
- más alto (groter),
- menos guapo (minder knap),
- menos inteligente (minder intelligent).
Hiermee kun je dan eenvoudige zinnen vormen met de volgorde : onderwerp + werkwoord + vergelijkend element + bijvoeglijk naamwoord + que (dat) + zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: "Julio es menos rápido que su hermana" (Julio is langzamer dan zijn zus). Deze stap vereist kennis van Spaanse vervoegingstabellen, onregelmatige werkwoorden en veelgebruikte werkwoorden.
Wacht niet langer om Spaans lessen in je stad te volgen. Met Superprof kan je doorheen heel Vlaanderen privéles volgen in een paar klikken. Ontdek het snel!

Soorten Spaanse zinnen en hun grammaticale opbouw
De grammatica van een taal is niet altijd het leukste onderdeel van het leren van een taal. Zo kost het enorm veel tijd om het goed te begrijpen. Het is echter van groot belang dat je de de verschillende types van zinnen gaat leren. We hebben de voorbeelden van deze zinnen voor je op een rijtje gezet.
Bevestigende zin
In een bevestigende zin, wordt de onderwerp-werkwoord-voorwerp-volgorde gevolgd, behalve als er een direct of indirect object is, dan wordt het directe object voor het indirecte geplaatst:
"Pedro ha tocado el piano con sus amigos! - (Peter speelde piano met zijn vrienden) : onderwerp + werkwoord + lijdend voorwerp + lijdend voorwerp.
Maar als het lijdend voorwerp vergezeld wordt door een betrekkelijk voornaamwoord, wordt de volgorde omgekeerd: Pedro ha tocado con sus amigos el piano que tenga en su casa (Peter speelde met zijn vrienden op de piano die hij thuis heeft).
Ontkennende zin
Om een ontkennende zin te vormen, gaat de ontkenning 'nee' vóór het vervoegde werkwoord.
Bijvoorbeeld : Pedro no ha tocado el piano con sus amigos.
Maar wanneer het lijdend voorwerp (le piano) vervangen wordt door een voornaamwoord (om bijvoorbeeld het woord piano niet te herhalen) verandert de woordvolgorde: Pedro no lo ha tocado (Peter heeft er niet op gespeeld). Deze grammaticaregel is vooral nuttig om de zin in te korten, ter wille van de duidelijkheid, zowel in de mondelinge uitdrukking als in de schriftelijke uitdrukking: "Lo hice sin saber si estabas allí" (Ik heb het gedaan zonder te weten of je er was).
Om ontkenning te gebruiken moet je een paar voornaamwoorden leren:
- Nadie: niemand,
- Ningún: niemand,
- Nunca/jamás: nooit,
- Tampoco: geen van beide,
- Nada: niets.
Deze voornaamwoorden worden vooral gebruikt om een dubbele ontkenning uit te drukken: wanneer we een ontkennende zin willen opbouwen met niemand, niets, nooit, enz., moeten we ook het bijwoord “no” gebruiken:
- No veo a nadie en la calle: ik zie niemand in de straat
- No hay nada mas bonito: er is niets beters,
- Yo no lo sé tampoco: ik weet het ook niet,
- Yo no he ido nunca a Sudamérica: Ik ben nog nooit in Zuid-Amerika geweest.
De vragende Zin
Net als in het Engels zijn er verschillende soorten vragende zinnen: de gesloten vraag (die een ja of nee als antwoord vraagt) en de open vraag die een volle zin als antwoord vraagt. Je zult ook de interpunctie "¿" in het schrift gezien hebben: in het Spaans markeert dit omgekeerde vraagteken het begin van een vraag en wordt gevolgd door een gewone "?" aan het eind van de vraag (dezelfde regel voor het uitroepteken).
Hier zijn enkele nuttige voornaamwoorden om in een vragende zin te gebruiken:
- Quién/quiénes: wie,
- Qué: wat,
- Dónde, a dónde: waar,
- Cuándo: wanneer,
- Cuál/cuáles: welke,
- Cuánto/cuánta/ cuántos/cuantas: hoeveel,
- Por qué, para qué: waarom,
- Cómo: hoe.
Om je verder te helpen, hebben we enkele voorbeeldzinnen voor je voorzien:
- ¿ A dónde vive José? Vive en Colombia: Waar woont José? Hij woont in Colombia
- ¿ Desde cuánto tiempo tocas la guitarra ?: Hoe lang speel je al gitaar?
- ¿ A qué hora necesitamos llegar? Hoe laat moeten we aankomen?
Met deze grammaticale basiskennis kom je in Zuid-Amerika of Spanje al een heel eind. Nu hoef je alleen nog maar aan je woordenschat te werken!

Andere manieren om je eigen Spaanse grammatica te verbeteren en om betere zinnen te maken!
Wanneer je de Spaanse taal beter wilt leren kennen, kun je een van de volgende dingen proberen: een reis naar Spanje maken, online privélessen Spaans volgen bij een leraar van Superprof of een online cursus Spaans volgen met de overvloed aan apps en websites. Er zijn tal van sites om online grammaticaoefeningen te doen. Een van hen is de site van de Universiteit van Austin in Texas. De site bevat een kolossale database van grammatica, woordenschat, oefeningen, video's en podcasts om je kennis te verdiepen naargelang je niveau (beginner, gemiddeld, gevorderd, superieur).
Als je kunt, kun je echt niet beter doen dan naar een Spaanssprekend land reizen om de taal te leren. Je zult een andere cultuur ervaren terwijl je volledig ondergedompeld wordt in het Spaans! Een alternatief - en we hebben het beste voor het einde bewaard! - vind een Superprof-leraar bij jou in de buurt die je in je eigen tempo door de oefeningen leidt en die je ook leert hoe je Spaanse woorden uitspreekt.
Ontdek meer over Spaanse accenten. Een aantal Spaanse lessen leren je alles wat je moet weten.
Zelf aan de slag met privé Spaanse lessen via Superprof
Heb je nood aan wat extra lessen om aan je eigen Spaanse vaardigheden te werken? Dan kun je best eens een kijkje nemen op het online platform van Superprof. Via dit online platform kom je op een gemakkelijke manier in contact komen met een bijles leraar of een privé leraar di ene kan helpen bij het leren spreken van de taal.
Je moet hiervoor aan kunnen geven waar je de lessen wilt volgen en op welk taal niveau je deze lessen zou willen volgen. Dit zal allemaal in de eerste gratis les besproken worden. Na deze les zal de privé leraar een gepersonaliseerd lesplan maken zodat je de taal zo snel mogelijk onder de knie kunt krijgen.









